Dat wijn een gunstig effect heeft, zowel op de fysieke als de mentale gezondheid, daarvan hoef je de gemiddelde wijnliefhebber niet te overtuigen. Die aanname van wijn als geneesmiddel dateert al van in de klassieke oudheid, meer bepaald van in de Griekse mythologie.
Hoofdrolspeelster in deze blogpost is de Griekse godin Hygieia, een van de dochters van Asklepios, die op zijn beurt de zoon was van een van de grootste Hollywood-helden van de klassieke oudheid, Apollo. Apollo, behalve een van de beruchtste schuinsmarcheerders van de klassieke mythologie, werd vereerd als godheid van de meest uiteenlopende onderwerpen: runderen, licht, de zee, boogschieten, herders, schoonheid, muziek, …. Een van zijn bekendste rollen is echter die van godheid van de geneeskunde.
Zijn zoon Asklepios, een vrucht van een van de vele avontuurtjes van Apollo, nam de rol van godheid van de geneeskunde van hem over. Ook de dochters van Asklepios, Panakeia en Hygieia kregen een deel van de koek. De eerste werd godin van de geneesmiddelen en de tweede werd vereerd als godin van gezondheid en properheid. Van haar naam zou dan ook het woord ‘hygiëne’ afgeleid worden.
Van Asklepios werd beweerd dat hij doden opnieuw tot leven kon wekken door middel van … een goede slok wijn … en dat vond zijn grootvader Zeus, de vader van Apollo, maar niets. Hij was bang dat Asklepios alle mensen in leven zou houden en dat er dus geen verse aanvoer naar de onderwereld zou zijn. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden – pun intended – en dus bliksemde Zeus Asklepios naar het hiernamaals.
Al snel ontstond er onder de stervelingen een herdenkingscultus rond Asklepios en ze bouwden een tempel ter zijner nagedachtenis. Die tempel trok heel veel slangen aan, die door Hygieia, de dochter van Asklepios, verzorgd werden. In de klassieke iconografie wordt Asklepios telkens afgebeeld met een staf met daarrond kronkelende slangen.
Hygieia werd ook afgebeeld met slangen, maar in plaats van een staf, kreeg ze, net als die andere wijn-aficionado uit de klassieke oudheid, Dionysus, een soort drinkschaal, de kylix in haar hand waaruit de slang drinkt.
De kylix is een vrij platte schaal van aardewerk waaruit de Grieken wijn dronken. De schaal stond op een voet of lage standring en had soms handvatten aan twee zijden. Aan de binnenkant waren de schalen soms gedecoreerd. Wijn drinken was toen vrijwel uitsluitend een mannenaangelegenheid en de afbeeldingen aan de binnenkant van de kylix hadden dan ook vaak een uitgesproken erotisch karakter.
Van een vrij platte drinkschaal in de klassieke oudheid naar die andere vrij platte drinkschaal, de taste-vin, is natuurlijk maar een kleine stap meer. De erotische taferelen hebben het niet overleefd. Zou dat een van de redenen zijn waarom de taste-vins vandaag niet meer zo in de mode zijn?
Oh ja, ook de apothekers zagen wel iets in de schaal van Hygieia en sinds de 18e eeuw is die dan ook het symbool van het beroep van apotheker. Wat zou er aan de binnenkant van hun beker staan?